Docent: Drs. Frederik Erens
Wanneer: Maandag 20, 27 okt; 3, 10, 17, 24 nov.
Locatie: Het Bolwerk – zaal 4
Ravelijn 55, 7325 NT Apeldoorn
Tijdstip: 19:30-21:30u
Vanaf het begin van de twintigste eeuw werd Nederland, net als andere koloniale mogendheden, geconfronteerd met een snel groeiend Aziatisch zelfbewustzijn. De koloniale autoriteiten probeerden met de ‘ethische politiek’ aan dit zelfbewustzijn tegemoet te komen door de ‘inlandsche’ bevolking verder te ontwikkelen zodat zij zich in de toekomst zelf konden besturen. Het tempo en de eisen die werden gesteld bleven echter stevig in handen van de Nederlandse autoriteiten, vaak tot frustratie van de politiek actieve Indonesische nationalisten voor wie het dekolonisatieproces immers niet snel genoeg kon gaan. Aan beide zijden bestonden grote interne meningsverschillen over de toekomst van de ‘Gordel van Smaragd’. In deze cursus wordt ingegaan op de wisselwerking tussen het Nederlands koloniaal ontwikkelingsbeleid en het toenemend zelfbewustzijn van de Indonesische nationalisten. De basis voor een Indonesische eenheidsstaat werd in feite al gelegd in de laatste veertig jaar van het koloniale imperium.
De Tweede Wereldoorlog en de Japanse bezetting maakten een einde aan een geleidelijke politiek van ontvoogding. De strijd voor een zelfstandig Indonesië werd een langdurig, ingewikkeld proces met gewelddadige confrontaties.
In deze cursus is ook beknopt aandacht voor het dekolonisatieproces zoals dat parallel verlopen is in Frans Indochina, Brits-Indië, Belgisch Congo, Suriname en de Nederlandse Antillen.
Aanvullende informatie:
Vanaf het begin van de twintigste eeuw werd Nederland, net als andere koloniale mogendheden, geconfronteerd met een snel groeiend Aziatisch zelfbewustzijn. De koloniale autoriteiten probeerden met de ‘ethische politiek’ aan dit zelfbewustzijn tegemoet te komen door de ‘inlandsche’ bevolking verder te ontwikkelen zodat zij zich in de toekomst zelf konden besturen. Het tempo en de eisen die werden gesteld bleef echter stevig in handen van de Nederlandse autoriteiten, vaak tot frustratie van de politiek actieve Indonesische nationalisten voor wie het dekolonisatieproces immers niet snel genoeg kon gaan. Aan beide zijden bestonden grote interne meningsverschillen over de toekomst van de ‘Gordel van Smaragd’. In deze cursus wordt ingegaan op de wisselwerking tussen het Nederlands koloniaal ontwikkelingsbeleid en het toenemend zelfbewustzijn van de Indonesische nationalisten. De basis voor een Indonesische eenheidsstaat werd in feite al gelegd in de laatste veertig jaar van het koloniale imperium.
De Tweede Wereldoorlog en de Japanse bezetting maakte een einde aan een geleidelijke politiek van ontvoogding; De Japanse capitulatie maakte het stichten van de republiek Indonesië mogelijk, in de vaak gewelddadige confrontaties in de jaren daarna werd niettemin naarstig gezocht naar een politieke oplossing van het conflict, waarvan het Akkoord van Linggadjati een symbolisch voorbeeld was. De erkenning van de volledige soevereiniteit van de Republik Indonesia betekende geen verlichting in de betrekkingen. Het conflict rond West-Nieuw Guinea werd pas in 1962 opgelost. Ook heden ten dage is het koloniale debat nog springlevend,. En natuurlijk zijn er nog vele Nederlanders die hun roots overzee hebben liggen. Voor hen is dat stukje identiteit vaak belangrijk. In deze cursus geven we ook beknopt aandacht het dekolonisatieproces zoals dat parallel verlopen is in Frans Indochina; Brits-Indië; Belgisch Congo,Suriname en de Nederlandse Antillen.
Week 1
Hoe Indonesië gekoloniseerd werd en de koloniale samenleving werd ingericht. Aan bod komen de VOC, de WIC, de slavernij en het cultuurstelsel.
Week 2
‘Een eereschuld: de ethische politiek vanaf 1901.
Nadat de Indische archipel door middel van militaire expedities en de ‘korte verklaringen’ onder direct Nederlands bestuur was geplaatst, werd een begin gemaakt met de ‘ethische politiek’; een beleid om de inheemse bevolking te ontwikkelen en op termijn zelfbestuur toe te staan. Wat werd gedaan met het onderwijs? Hoe kon een kleine mogendheid zo’n groot imperium effectief besturen?
Het beleid van de gouverneur-generaals bestond uit het laveren tussen ethische politiek en machtsbehoud. We volgen J.C. Van Heutsz, Graaf Van Limburg Stirum, Jhr. A.C.D. De Graeff, Jhr. B.C. de Jonge en Jhr. A.W.L. Van Starkenborgh Stachouwer, en hun relaties met de ministers van Koloniën.
Week 3
De moderne nationalistische beweging. De Indonesische nationalisten streefden naar zelfbeschikking voor hun vaderland ‘Indonesië’ maar de manier waarop dit ideaal bereikt moest worden, daarover liepen de meningen ver uiteen. We volgen de eerste nationale bewegingen Boedi Oetomo, Sarekat Islam, de Indische Partij de PNI en Pendidikan Indonesia. In Nederland vonden Indonesische studenten elkaar in de studentenorganisatie ‘Perhimpoenan Indonesia’ Speciale aandacht voor Soekarno, Hatta en Sjahrir. Opkomend nationalisme in Brits-Indië en Frans Indochina.
In Indië is tussen 1970 en 1940 bijzonder veel geïnvesteerd in infrastructuur, snellere verbindingen en een moderne economie. Indië raakte geïntegreerd in de wereldeconomie. Dit bracht ook de komst van tienduizenden Nederlanders met zich mee die in toenemende mate in Indië bleven.
Week 4|
De Japanse bezetting, de bersiap en de politionele acties.
De Japanse bezetting betekende het einde van het Nederlandse koloniale bestuur; het werd vervangen door een Japans koloniaal bestuur dat zich kenmerkte door geweld, uitbuiting en incompetentie. Hoe valt het gedrag van de Japanse militaire eenheden te verklaren uit hun cultuur?
Op 15 augustus 1945 capituleerde Japan en twee dagen later werd door Soekarno en Hatta de Republik Indonesia uitgeroepen. Wat kon Nederland weten? Was een conflict te voorkomen geweest? Tweede uur DVD documentaire over Soetan Sjahrir (half uur)
Week 5
Een moeizame relatie 1949-1962.
Toen de Indonesische onafhankelijkheid werd bereikt, hoopte men aan beide zijnen met een schone lei te beginnen. Het nieuw Guineaconflict en Indonesische ‘empowerment’ zorgde voor het gedwongen vertrek van de Nederlanders, Indische Nederlanders, en een deel van de Molukkers en Chinezen. Hoe werden zij in Nederland opgevangen?
Week 6
De ontvoogding van Suriname en de Nederlandse Antillen. De komst van vele Antillianen, Surinamers, Molukkers naar Nederland en hoe het koloniale debat wordt gevoerd.
Week 7
(optioneel) bezoek aan de nieuwe tentoonstelling in museum Bronbeek.
Aanbevolen literatuur:
H.W. van den Doel, Afscheid van Indië (Prometheus, Amsterdam 2000) ISBN 90 5333 888 8
David van Reybrouck, Revolusie.
Drs. Frederik Erens (Apeldoorn, 1970) studeerde Midden- en Oost-Europese geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Utrecht. Hij specialiseerde zich in de geschiedenis en actualiteit van de Baltische landen. Hij ontwerpt en leidt regelmatig cultuurhistorische reizen naar de Baltische en Midden-Europese regio’s. Hij heeft grote belangstelling voor architectuur, stedenbouw en toegepaste kunst uit de periode 1880-1940 en de cultuurhistorie van Apeldoorn. Daarnaast heeft hij zich verdiept in de koloniale geschiedenis. Frederik Erens gaf hoog gewaardeerde cursussen voor OKW.
Deelnemers: maximaal 25
Kosten: € 120,00 voor leden; € 140,00 voor niet-leden
Aanmelden: Stuur een mailtje naar contactpersoon Femmy Erbé (femmyerbe59@kpnmail.nl) met vermelding van de titel van de cursus, uw naam en telefoonnummer. Daarna ontvangt u van Femmy een bevestiging van plaatsing. Vervolgens betaalt u het cursusgeld.
Betaling: Pas nadat u van Femmy Erbé bericht heeft gehad dat er voor u plaats is bij de betreffende cursus, maakt u het verschuldigde bedrag over op bankrekening NL69 INGB 0004 3167 33 t.n.v. Ver. OKW onder vermelding van de titel van de cursus en de naam van de deelnemer(s).
De inschrijving voor een cursus is pas definitief wanneer u van Femmy Erbé een bevestiging van plaatsing heeft gekregen en het cursusgeld voldaan is.
Wanneer cursussen onverhoopt door OKW geannuleerd moeten worden, wordt het cursusgeld teruggestort.
